Toeslagen waar senioren recht op kunnen hebben en mogelijk niet ontvangen

Bij het ouder worden willen veel AOW’ers het veelal wat relaxter aan doen en zo weinig mogelijk zorgen hebben over de financiën.

Snel naar:

Om mensen met een gering inkomen tegemoet te komen, bestaat er in Nederland een aantal toeslagen, waarvan er twee voor AOW’ers relevant kunnen zijn. Dat is de zorgtoeslag (een bijdrage in de kosten van uw zorgverzekering) en de huurtoeslag (een bijdrage in uw huurkosten).

.

Om voor toeslagen in aanmerking te komen, gelden de volgende condities:

  • een leeftijd van minimaal 18 jaar;
  • de aanvrager heeft een Nederlandse zorgverzekering afgesloten;
  • de aanvrager heeft de Nederlandse nationaliteit of verblijft legaal in Nederland;
  • het vermogen is niet te hoog (zie later in deze tekst meer daarover).

Bij het berekenen van de hoogte van een toeslag telt de Belastingdienst onderstaande personen en hun inkomen mee:

  • de aanvrager;
  • de eventuele toeslagpartner;
  • eventuele medebewoners (voor de huurtoeslag).

Bij het aanvragen van de toeslag, dient u uw toetsingsinkomen voor het gehele betreffende jaar op te geven. Dat geldt ook als u slechts voor een deel van het jaar de toeslag aanvraagt.

Uw toetsingsinkomen is gelijk aan het bedrag dat vermeld staat in uw aanslag voor de inkomstenbelasting. Als u geen belastingaangifte doet, is uw toetsingsinkomen het bedrag van uw belastbare loon (uw jaaropgave). Heeft u nog geen definitieve aanslag of geen jaaropgave? Dan dient u uw inkomen zo goed mogelijk in te schatten.

Welke inkomens tellen mee?

  • inkomsten uit arbeid;
  • uitkering (WW, bijstandsuitkering of uitkering bij ziekte);
  • AOW en eventuele andere pensioenen;
  • ontslagvergoeding;
  • andere inkomsten (alimentatie, bijverdiensten);
  • inkomsten uit verhuur van een eigen woning;
  • inkomen van een eventuele toeslagpartner (zie hieronder meer);
  • inkomen van een eventuele medebewoner (bij huurtoeslag);
  • buitenlands inkomen (via het formulier opgaaf wereldinkomen);
  • internationaal vrijgesteld inkomen.

Welke inkomens tellen niet mee?

  • zorgtoeslag en huurtoeslag;
  • tegemoetkoming arbeidsongeschikten;
  • pleegzorgvergoeding;
  • vrijwilligersvergoeding (tot een bepaald bedrag);
  • teruggave inkomstenbelasting;
  • persoonsgebonden budget dat u ontvangt in de hoedanigheid van budgethouder voor het kopen van zorg. Verleent u zorg en ontvangt u hiervoor een bedrag? Dan telt dit wél als inkomen;
  • nabetaling, uitkering of afkoopsom tellen niet mee voor de huurtoeslag (inkomsten welke aan te merken zijn als ‘bijzonder inkomen’). Zie hiervoor de website van de Belastingdienst.


Wat is een toeslagpartner?

Een toeslagpartner kan uw echtgeno(o)t(e) of een geregistreerd partner zijn. Deze toeslagpartner telt mee voor de toeslagen. Voor een zorgtoeslag hoeft deze persoon niet op úw adres ingeschreven te zijn. Een toeslagpartner kan echter ook iemand anders zijn, mits deze op úw adres is ingeschreven. Dit is een voorwaarde voor de huurtoeslag. Daarbij gelden de volgende condities:

  • u heeft een bij de notaris afgesloten samenlevingsovereenkomst;
  • u heeft óf een gezamenlijk kind óf de persoon die op uw adres is ingeschreven, heeft een kind van de ander formeel erkend;
  • u en degene die op uw adres is ingeschreven, zijn partners voor elkaars pensioenregeling;
  • u heeft een gezamenlijke koopwoning en bent daar beiden woonachtig;
  • u en degene die op uw adres is ingeschreven heeft een kind jonger dan 18 jaar. Bovendien moet dit kind op uw adres zijn ingeschreven;
  • u en degene die op uw adres woont, waren het voorgaande jaar ook al toeslagpartners.

Let op:

  • een onderhuurder en een vluchteling zijn geen toeslagpartners;
  • voor de huurtoeslag geldt dat personen die niet uw toeslagpartner zijn, wel médebewoners kunnen zijn;
  • voor een ouder, een kind, pleegkind of stiefkind geldt dat deze ook toeslagpartner kunnen zijn als aan een van bovenstaande condities is voldaan;
  • u kunt uitsluitend elkaars toeslagpartner zijn als u aan het begin van het betreffende jaar 27 jaar of ouder bent;
  • iemand die uitsluitend uw adres als postadres gebruikt en niet daadwerkelijk op uw adres woont, is geen toeslagpartner.

Vermogen en toeslag?

Vermogen is de waarde van uw bezittingen, minus uw schulden. Daarvoor gelden identieke regels als bij uw belastingaangifte. Het huis waarin u woont en uw auto tellen niet mee als vermogen. Heeft u of iemand anders van uw huishouden vermogen (spaargeld, beleggingen)? Dan kan het zijn dat u niet in aanmerking komt voor een toeslag.

Inkomen en maximaal vermogen voor de zorgtoeslag

In 2024 kunt u een zorgtoeslag ontvangen indien uw jaarinkomen het bedrag van € 37.496,– niet overstijgt. Heeft u een toeslagpartner? Dan geldt een gezamenlijk inkomen van maximaal € 47.368,–.

Daarnaast geldt een maximaal vermogen van € 140.213,– voor zorgtoeslag. Tot dat bedrag heeft het vermogen geen invloed op de hoogte van de zorgtoeslag. Heeft u een toeslagpartner? Dan mag het gezamenlijke vermogen maximaal € 177.301,– zijn. Niet alleen spaargeld wordt tot het eigen vermogen gerekend. Ook een tweede woning telt in de berekening van het vermogen mee. Indien uw inkomen op 1 januari te hoog was voor een zorgtoeslag, ontvangt u het gehele jaar geen toeslag, ook als uw inkomen gedurende het  betreffende jaar zou dalen. Indien u op 1 januari in aanmerking kwam voor een zorgtoeslag, ontvangt u het gehele jaar zorgtoeslag, ook als uw inkomen zou stijgen.

Ons advies: maak een proefberekening via de website van de Belastingdienst.

Hoogte van de zorgtoeslag

In 2023 bedroeg de maximale zorgtoeslag € 154,– per maand voor alleenstaanden en € 265,– per personen met een (meerderjarige) toeslagpartner. In 2024 daalt de toeslag naar € 123,– per maand en met een (meerderjarige) toeslagpartner naar € 236,– per maand. Dat is een flinke daling!

Inkomen en maximaal vermogen voor de huurtoeslag

Een inkomensgrens voor huurtoeslag is moeilijk aan te geven. Gekeken wordt naar het toetsingsinkomen (ongeveer het bruto jaarinkomen). Ook vakantiegeld en alimentatie worden in dit toetsingsinkomen opgenomen. Bij het vaststellen van de hoogte van een eventuele toeslag wordt rekening gehouden met de huurprijs (maximaal € 879,66), het aantal personen in de betreffende huishouding en de leeftijd van de aanvrager. Het inkomen van een toeslagpartner of een medebewoner wordt eveneens in de vaststelling van de huurtoeslag opgenomen. Voor het aanvragen van een huurtoeslag is het niet relevant of u een woning huurt van een particulier, een woningcorporatie, een verpleeg- of een verzorgingshuis.

Per 1 januari 2024 mag uw vermogen maximaal € 36.952,– bedragen om in aanmerking te komen voor huurtoeslag. Heeft u een toeslagpartner? Dan geldt een gezamenlijk vermogen van € 73.904,–. Indien uw echtgeno(o)t(e) niet op uw adres is ingeschreven, telt het gezamenlijke vermogen niet mee voor huurtoeslag, maar wél voor de zorgtoeslag. Heeft u een medebewoner? Ook dan bedraagt het vermogen maximaal 36.952,–. Is het vermogen van de toeslagpartner hoger, dan komt u niet in aanmerking voor huurtoeslag. Indien u op 1 januari een te hoog vermogen heeft, komt u het gehele jaar niet in aanmerking voor toeslag.

Ons advies: maak een proefberekening via de website van de Belastingdienst.

.

Hoe een toeslag aan te vragen?

Een toeslag wordt u niet automatisch toegekend. U moet deze zelf aanvragen via de website van de Belastingdienst (Mijn toeslagen). U checkt de voorwaarden, bereidt de aanvraag voor, vult deze in en verzendt. Gewoonlijk ontvangt u binnen acht weken na uw aanvraag een reactie van de Belastingdienst. U hoeft de toeslag slechts één maal aan te vragen. Als u aan de condities blijft voldoen, ontvangt u de toeslag het volgende jaar automatisch.

Hoe een toeslag te wijzigen?

Als er iets verandert in uw financiële situatie, kan de hoogte van de toeslag veranderen of zelfs vervallen. Wijzigingen dient u binnen vier weken door te geven aan de Belastingdienst. Dan wordt uw toeslag aangepast en komt u niet voor eventuele onaangename verrassingen te staan. U kunt de wijzigingen doorgeven via de website van de Belastingdienst (Wijzigingen doorgeven).

Hoe een toeslag stop te zetten?

Uw situatie is zodanig veranderd, dat u niet meer in aanmerking komt voor een toeslag? Dan kunt u deze op elk moment beëindigen. Dat kan ook met terugwerkende kracht. U kunt de betaling van de toeslag beëindigen via de website van de Belastingdienst (Ik wil mijn toeslag stopzetten).

Toeslag terugbetalen

Als u te veel toeslag ontving, neemt de Belastingdienst contact met u op en geeft aan hoeveel u moet terugbetalen. Dat kan gebeuren als zich mutaties in uw financiële situatie hebben voorgedaan of u bijv. de toeslag niet tijdig heeft geannuleerd. Via de website van de Belastingdienst (Mijn toeslagen) ziet u de berekening van de Belastingdienst aangaande de hoogte van uw toeslag. De brief vermeldt de uiterste betaaldatum waarop u het bedrag dient terug te storten. Mocht het financieel niet lukken het bedrag in één keer volledig te voldoen, dan kunt u een betalingsregeling treffen (formulier persoonlijke betalingsregeling). Neem altijd contact op met de Belastingdienst. Zij kunnen u aangeven welke gegevens zij nodig hebben en u op weg helpen met het invullen van deze gegevens. Betaalt u niet of te laat, dan beziet de Belastingdienst of het bedrag ingehouden kan worden op de eventuele toeslag die u nog ontvangt. Als de betaaldatum al wat langer verstreken is, kost het u meestal extra geld (invorderingsrente).

Controleer of u in aanmerking komt voor een toeslag

Uit onderzoek van seniorenorganisaties blijkt dat 55-plussers duizenden euro’s aan toeslagen mislopen. Vanaf 1 januari 2024 hebben ongeveer 115.00 éxtra huishoudens recht op huurtoeslag. Onder hen zijn duizenden ouderen. Toeslagen niet ontvangen, betekent minder koopkracht en minder financieel zelfredzaam kunnen zijn. Ook blijkt dat één op de zes huishoudens met 55-plussers onterecht geen huurtoeslag aanvraagt. Door het verhogen van de maximale inkomensgrens met ongeveer € 5.000,– kunnen meer mensen van deze toeslag gebruik maken. Bij de zorgtoeslag is dat één op de tien 55-plussers. Ieder jaar heeft u, met terugwerkende kracht, de mogelijkheid alsnog zorgtoeslag over het voorgaande jaar aan te vragen. Bovendien zijn er verschillende online tools beschikbaar die u kunnen indiceren waar u recht op heeft (bijv. Nibud:  Bereken uw recht, of aangaande gemeentelijke regelingen informeren de voorzieningenwijzer en datgeldtvoormij of u voor bepaalde regelingen in aanmerking komt. Check en controle zijn en blijven raadzaam.

.

Soms kan ook de gemeente helpen

  • Bijzondere bijstand

Deze is bedoeld voor bijzondere noodzakelijke kosten die niet elders vergoed worden (kosten vanwege ziekte of een verhuizing). Deze vorm van bijstand is afhankelijk van het inkomen en het vermogen. Het is verstandig vooraf bij de gemeente (Sociale Dienst) te informeren of de kosten eventueel (deels) worden vergoed.

  • Aanvullende inkomensvoorzieningen ouderen (AIO)

Heeft u een onvolledige AOW-uitkering omdat u bijv. in het buitenland woonde? Het kan gebeuren dat uw inkomen uit AOW dan onder het sociaal minimum ligt. En u heeft ook geen aanvullend pensioen? Dan heeft u waarschijnlijk recht op bijstand (bij onvoldoende vermogen).

  • Collectieve zorgverzekeringen

Er zijn gemeenten die hun inwoners een collectieve zorgverzekering aanbieden. Het betreft altijd een basisverzekering met daarnaast een (uitgebreid) aanvullend pakket. Ze bieden soms ook een bijdrage in de premie aan. Dus: een uitgebreider pakket voor dezelfde (of minder) premie. Het is waard te informeren of uw gemeente ook een dergelijke voorziening voorhanden heeft!

  • Stadspas

Vooral grotere gemeenten kennen een stadspas. Dat betekent korting bij bijv. deelname aan cursussen, bezoeken van sportclubs, bezoeken of deelnemen aan culturele activiteiten.

  • Declaratiefonds

Ook zijn er gemeenten die een declaratiefonds hebben. De gemaakte kosten (zoals bijv. de voorzieningen bij een stadspas) kunnen bij de gemeente ingediend worden, die deze dan deels vergoedt. Niet alle gemeenten bieden dit declaratiefonds aan.

  • Voedsel- of kledingbank

Het leven is/wordt steeds duurder. Voor sommigen te duur. Dan kan een voedsel- of kledingbank deels een oplossing zijn. Aanmelding gebeurt via een hulpverlenende organisatie.

  • Kwijtschelding lokale lasten

Rioolheffing, afvalstoffenheffing, waterschapsbelasting, we betalen ze allemaal! Is uw inkomen laag? Informeer dan bij uw gemeente en waterschap of u in aanmerking komt voor kwijtschelding van deze lasten.

  • 120% van de bijstandsnorm

Veelal hanteren gemeenten een bovengrens (120% van de bijstandsnorm). Daarna komt de aanvrager niet in aanmerking voor financiële gemeentelijke ondersteuning.

.

Schuld bij de Sociale VerzekeringsBank of UWV (SVB)?

Het kan gebeuren dat de SVB u boetes heeft opgelegd (bijv. als u samenwoonde zonder dit te melden). Zodra dat werd geconstateerd, werd het verschuldigde bedrag door de SVB op uw AOW gekort. Hoeveel schulden iemand afloste, maar ten minste moest overhouden om van te kunnen leven, werd vastgesteld aan de hand van de zgn. beslagvrije voet. Deze belastingvrije voet veranderde in 2021. Voor AOW’ers met een schuld kon dat financiële problemen opleveren.

Vervolgens erkenden de SVB en destijds demissionair minister Schouten van Sociale Zaken het probleem en presenteerden een overgangsregeling. Destijds demissionair Schouten beloofde de rekenmethode voor de beslagvrije voet aan te passen.

Intussen ontstond er een geschil tussen de SVB en enkele AOW’ers, waarna de Centrale Raad van Beroep (de hoogste rechter in het sociale zekerheidsrecht) oordeelde dat de maandelijkse aflossing van de schuld van de klagers te groot was. Daarmee zou er te weinig overblijven om van te leven en wees daarmee de rekenmethode van de SVB af. Dat betekent dat voor AOW’ers met een schuld bij de SVB weer de oude rekenmethode moet worden toegepast tot het moment dat wettelijk is vastgelegd dat de beslagvrije voet voor AOW’ers hoog genoeg is om van te kunnen leven. Het is nog niet duidelijk of de SVB de per maand te veel ingehouden bedragen gaat terugbetalen.

Bovendien meent de persrechter van de Centrale Raad van Beroep dat ook bij mensen boven de AOW-leeftijd, die een schuld hebben bij het UWV, de beslagvrije voet naar boven bijgesteld zou moeten worden.

.

Hulp nodig?

Het lijkt allemaal simpel, maar dat is het zeker niet. Materie én de formulieren zijn complex. Neem desgewenst contact op met iemand die u helpen kan (Belastingdienst (telefoon 0800 0543 gratis), gemeente, bibliotheek, buurt- of wijkdienst, vrijwilligers bijv. Humanitas of een accountant).

Lees meer over: