Onderzoek effecten verhoging AOW-leeftijd
De overheid heeft de universiteit van Maastricht opdracht gegeven de effecten van het verhogen van de AOW-leeftijd in relatie tot werk, inkomen en gezondheid, in kaart te brengen. De universiteit startte vervolgens een omvangrijk onderzoek. De belangrijkste zaken hebben wij voor u op een rij gezet.
Stapsgewijze verhoging van de AOW-gerechtigde leeftijd, gerelateerd aan uw geboortedatum
Geboortedatum | AOW-gerechtigde leeftijd | Aanvangsjaar AOW-inkomen |
vanaf 01.06.1956 tot 01.03.1957 | 66 jaar en 10 maanden | 2023 |
vanaf 01.03.1957 tot 01.01.1958 | 67 jaar | 2024 |
vanaf 01.01.1958 tot 01.01.1959 | 67 jaar | 2025 |
vanaf 01.01.1959 tot 01.01.1960 | 67 jaar | 2026 |
vanaf 01.01.1960 tot 01.01.1961 | 67 jaar | 2027 |
vanaf 01.01.1961 tot 01.10.1961 | 67 jaar en 3 maanden | 2028 |
Waarom wordt de AOW-gerechtigde leeftijd verhoogd?
Dit heeft met name te maken met financiële motieven. De AOW is een voorziening waar werkenden via hun inkomsten aan bijdragen. De kosten van deze voorziening zullen echter door een aantal ontwkkelingen in onze samenleving fors stijgen. Daarbij valt te denken aan een:
- continue vergrijzing van de bevolking
- stijgende levensverwachting en
- stijgende AOW-uitkeringen
Op dit moment ontvangen in Nederland meer dan 3,6 miljoen personen een AOW-uitkering. De Sociale Verzekeringbank (SVB) becijferde dat in 2021 een bedrag van € 42.956 miljoen werd uitgekeerd. Tel daarbij de verhoging van de AOW-uitkeringen per 2023 op, dan is de conclusie dat dit bedrag de komende jaren richting € 50 miljard zal stijgen, al snel getrokken. Door het verhogen van de AOW-gerechtigde leeftijd zal deze stijging dus minder zijn.
Hoe lang wenst men gemiddeld door te werken na de pensioengerechtigde leeftijd?
Gemiddeld genomen willen AOW’ers langer doorwerken. Daarmee ontvangen ze ook langer een inkomen uit arbeid. Voor hen is het verhogen van de AOW-gerechtigde leeftijd minder ingrijpend. Zowel de meeste zelfstandigen als werknemers denken en wensen zeker tot hun 66ste levensjaar te kunnen blijven werken.
Groei van de gemiddelde pensioengerechtigde leeftijd in Nederland
Conclusie
Zowel zelfstandigen als werknemers gaan op steeds hogere leeftijd met pensioen. De verwachting is dat bij de categorie werknemers de leeftijd waarop men met pensioen gaat, zal stijgen. Bij de categorie zelfstandigen zal zich de huidige trend waarschijnlijk stabiliseren.
Belangrijkste inkomstenbronnen van 65-jarigen (en ouder)
Het inkomen van 65-jarigen gedurende de afgelopen jaren is opgebouwd uit inkomen uit o.a. loondienst, AOW, pensioen, ZW/WIA, Bijstandsuitkeringen, WW, overige inkomsten en in enkele situaties geen inkomen. Opmerkelijk is vooral de groei van het aantal AOW’ers dat inkomen uit loondienst genereert. Dit is direct te relateren aan het verhoging van de AOW-gerechtigde leeftijd. Waar in 2011 slechts een klein percentage AOW’ers inkomen uit betaalde arbeid genereerde, is dat inmiddels 40%. Dat betekent dat 40% van de 65-jarigen nog in loondienst werkzaam is.
Opmerkelijk is ook dat de categorie 65- en 66-jarigen zonder inkomen iets toegenomen is. In 2020 was dit bij 65-jarigen +/- 10%. Dit is een zorgelijke ontwikkeling. Mogelijk is dit te wijten aan de verhoging van de AOW-gerechtigde leeftijd. Vele AOW’ers rekenden op een AOW-uitkering vanaf hun 65ste levensjaar. Door het verhogen van de AOW-gerechtigde leeftijd ontstaat er voor hen een gat tussen het verwachte 65ste levensjaar en het later ingaan van de AOW-gerechtigde leeftijd. De uitkeringen vanuit de bijstand en ziektewet stegen eveneens vanaf 2011. Deze eindigen echter zodra de AOW-betaling start.
AOW’ers worden gezonder
Een goede ontwikkeling van de laatste jaren is dat mensen tussen 60 en 70 jaar steeds gezonder worden. Men is actiever, sportiever, bewuster en alerter dan vorige generaties. Dat geldt voor zowel vrouwen als mannen. Daarnaast is de geestelijke gezondheid toegenomen, alhoewel de periode van corona een terugval liet zien.
Scholing onder ouderen daalt
De onderzoeksresultaten tonen eveneens aan dat de scholing (sinds 2016) onder zowel 55-, als onder 65-plussers sterk afneemt. Waarschijnlijk wordt dit mede veroorzaakt door werkgevers die minder geneigd zijn nog in ouderen te investeren in bij- en omscholing. Een merkwaardige ontwikkeling bij een krappe arbeidsmarkt en de visie dat in werknemers investeren een blijvende activiteit zou moeten zijn! Ook niet motiverend is dat AOW’ers worden uitgesloten van de STAP-subsidie met een budget van € 1.000,00 voor opleiding en eventuele cursussen. Zo wordt het een AOW’er niet eenvoudig gemaakt zichzelf verder te ontwikkelen. Bovendien, indien een werkgever niet in een werknemer investeert, ontneemt hij deze ook de motivatie door te gaan met werken na de pensioengerechtigde leeftijd.
Fysieke eisen van het werk
Over het algemeen, zo stelt het rapport van de universiteit van Maastricht, kunnen zowel 55-plussers, als ook 60- tot 65-plussers beter voldoen aan de psychische en fysieke eisen voor het werk. Een concrete reden hiervoor wordt niet genoemd. Mogelijk is het feit dat men weet dat men langer dan het 65ste levensjaar moet werken, een reden om zich ook fysiek hierop in te stellen. Ook vanuit de (medische) gezondheidszorg wordt vooral sinds 10 jaar veel nadruk gelegd op beweging, gezonde voeding en mentaal welzijn. Ook de zorgverzekeraars schenken veel aandacht aan deze onderwerpen. Immers, hoe fitter iemand is, hoe gelukkiger iemand is. En: hoe fitter iemand is, hoe minder deze persoon aanspraak maakt op medicatie enz. Daarmee worden de kosten voor de zorgverzekeraars lager.
Over het onderzoek
Het onderzoek werd uitgevoerd door de universiteit van Maastricht in opdracht van de Rijksoverheid. Het gehele onderzoek is hier als PDF te downloaden via de website van de rijksoverheid.
Meer over uw AOW