Belastingaangifte 2024

De belastingaangifte: jaarlijks een grote en saaie klus, zo vinden velen. Het is echter wel een belangrijke klus. De belastinginkomsten zijn nodig om de overheidsuitgaven te kunnen bekostigen. Dus moeten we (nagenoeg) allemaal belasting betalen. Wél is het belangrijk dat dat goed gebeurt. De belastingdienst én u zijn erbij gebaat dit zorgvuldig te doen. Bovendien is er een aantal aftrekposten waar AOW.nu u graag op wijst.

Klik snel door naar:

Uitsluitend een AOW-uitkering?

In deze situatie worden de belastingen automatisch verrekend met uw bruto-AOW. Dan is het vaak niet nodig aangifte te doen.

AOW-uitkering en aanvullende (pensioen)inkomsten?

Dan is het raadzaam aangifte te doen en te bezien of u teveel belasting betaalde. De Sociale Verzekeringsbank (SVB) is wel op de hoogte van uw AOW-uitkering, maar niet altijd van uw overige inkomsten uit pensioen of arbeid. Daarmee bestaat het risico dat teveel belasting is ingehouden. Bovendien kunt u gebruik maken van de heffingskortingen. AOW.nu informeerde u hier al eerder over.

In 2024 betalen AOW’ers 19,07% belasting in schijf 1 (bij een jaarinkomen tot € 40.021,00). Zodra uw inkomen hoger is dan dit bedrag, betaalt u 36,97% belasting. En, zodra uw inkomen € 44.771,00 overstijgt, kan uw recht op ouderenkorting bij de belastingdienst geheel of gedeeltelijk vervallen.

Wat betekent een extra inkomen voor eventuele toeslagen?

Bent u afhankelijk van eventuele toeslagen? Check de inkomensgrenzen voordat u een extra inkomen genereert. Overstijgt uw inkomen de inkomensgrenzen voor het ontvangen van toeslag(en), dan vervalt de toeslag. Het is dus zaak tevoren goed te bekijken hoe de financiële situatie wordt, om te voorkomen dat u meer geld inlevert dan u ontvangt.

Conclusie: heeft u al een redelijk inkomen, dan valt u mogelijk in een hogere belastingschijf. Heeft u een gering inkomen, dan loopt u het risico dat toeslagen vervallen! Voorkom deze situaties. Een zorgvuldige check vóóraf is dus raadzaam!

Het begint bij een goede voorbereiding: het tijdig verzamelen van de juiste gegevens

‘Een goede voorbereiding is het halve werk’, zegt het spreekwoord en dat is bij de belastingaangifte niet anders. Begin dus tijdig met het ordenen van alle benodigde documenten en inloggegevens. De Belastingdienst vult vooraf al veel gegevens in. Toch is het goed deze te controleren. Bedenk of uw persoonlijke situatie het afgelopen jaar wijzigde. Zo ja, dan kan dat gevolgen hebben voor uw belastingaangiften, eventuele toeslagen e.d.

Welke gegevens heeft u bij uw belastingaangifte nodig?

DigiD inloggegevens (indien u een DigiD heeft);
Burgerservicenummer (van u en eventueel uw partner);
jaaropgave van AOW en eventuele overige inkomens;
ontvangen partneralimentatie (indien relevant);
jaaroverzicht 2024 van beleggingen;
jaaroverzicht van de bank;
jaaroverzicht eventuele hypotheek;
WOZ-waarde van het huis met peildatum 1 januari 2023;
gegevens van leningen en andere schulden;
gegevens van bepaalde lijfrentepremies;
gegevens over dividend;
overzicht eventuele aftrekposten zoals zorg- of notariskosten, of giften.

Alleen als u deze heeft ontvangen:

voorlopige aanslag inkomstenbelasting 2024;
voorlopige aanslag inkomensafhankelijke bijdrage Zvw over 2024.

Datum indiening belastingaangifte

Vanaf 1 maart tot 1 mei moet uw aangifte over 2024 zijn ingediend bij de Belastingdienst. Indien deze termijn niet haalbaar is, dient u vóór 1 mei uitstel aan te vragen. Wanneer u uitstel heeft aangevraagd, ontvangt u binnen drie weken bericht en kunt u tot 1 september de belastingaangifte indienen. Dat is risicovol, want als uit de belastingaangifte blijkt dat u geld aan de Belastingdienst verschuldigd bent, dan wordt het verschuldigde bedrag met maximaal 7,5% belastingrente verhoogd. Indien u te laat bent met uw belastingaangifte, ontvangt u een herinnering van de Belastingdienst. Daarin staat een termijn vermeld waarop uw aanvraag moet binnen zijn. Als u binnen die termijn niet uw belastingaangifte indient, wordt een boete van € 385,00 opgelegd. Laat onverlet dat u toch nog steeds de belastingaangifte moet invullen. Bedragen onder de € 18,00 betaalt de Belastingdienst niet uit. Terugbetalingen minder dan € 51,00 scheldt de Belastingdienst kwijt.

Aftrekbare zorgkosten

Er zijn zorgkosten die u eventueel als aftrekpost kunt opvoeren. Als u zorgkosten heeft gemaakt, kunt u deze onder voorwaarden aftrekken van uw belastbaar inkomen. Daartoe heeft de Belastingdienst een lijst voor medische hulpmiddelen opgesteld.

Onderstaand een greep uit de belangrijkste aftrekposten voor het jaar 2024 voor wat betreft de gezondheidszorg:

Schrijft een arts of diëtist u een dieet voor? Dan is dit een aftrekpost. Daartoe is een vast bedrag vastgesteld (afhankelijk van het type dieet). Dieetkosten zijn aftrekbaar als u een direct volgt dat in één van de dieetlijsten is genoemd. Volgt u het dieet gedeeltelijk, dan komt u ook slechts gedeeltelijk in aanmerking voor de aftrekpost. Volgt u één dieet vanwege verschillende ziektebeelden, dan is de aftrekpost één maal relevant. Dat geldt niet indien u twee verschillende diëten ter bestrijding van het gelijke ziektebeeld volgt. Dan mag u beide kosten opvoeren op voorwaarde dat een arts of diëtist u deze diëten voorgeschreven heeft. Wilt u afvallen en koopt u daartoe middelen bij een drogist, dan is dit geen aftrekpost.

Kosten voor geneeskundige hulp, behandelingen en medicijnen: verpleging in een ziekenhuis of een andere instelling, tandarts, fysiotherapie of specialist, behandeling op voorschrift en onder begeleiding van een arts of een paramedicus zoals een optometrist of een tandprotheticus.

Behandeling voor een paramedicus zonder doorverwijzing van een arts, is onder voorwaarden aftrekbaar.

Voorgeschreven medicijnen (ook homeopathische middelen) boven de eigen wettelijke bijdrage alsmede de kosten die de apotheek in rekening brengt.

Steunzolen, beugel, kroon of brug, aanpassingen aan auto, fiets, computer e.d., kosten voor gebruik van een hulpmiddel (elektriciteit, verzekering, onderhoudskosten etc.), prothesen en pacemakers, (reis)vaccinaties.

Een gehoorapparaat is onder voorwaarden aftrekbaar.

Vervoer naar arts, ziekenhuis of apotheek, hogere vervoerskosten door ziekte of handicap, reiskosten voor ziekenbezoek.

Extra kleding en beddengoed. De kosten moeten een rechtstreeks gevolg zijn van ziekte of invaliditeit. De ziekteduur moet minimaal één jaar zijn of gaat waarschijnlijk minimaal één jaar duren. Het vaste aftrekbare bedrag voor 2024 is € 340,00. Indien u méér kosten heeft gemaakt, moet u dat kunnen aantonen. Voor 2024 geldt: zijn uw extra kosten hoger dan € 680,00, dan is het aftrekbare bedrag € 850,00.

Uitsluitend het deel van de uitgaven dat uitkomt boven een bepaalde drempel, het zogenaamde drempelinkomen, kan afgetrokken worden. Het drempelinkomen is het totaal van uw inkomsten en aftrekposten in box 1, 2 en 3 zonder uw persoonsgebonden aftrek.

Bij een inkomen tot € 9.420,00 geldt een drempel van € 163,00. Indien u samen met een fiscaal partner een gezamenlijk inkomen heeft tot € 18.840,00 geldt een drempel van € 326,00.

Bij een inkomen tot € 9.42100 en € 50.034,00 (of € 18.841,00 tot € 50.034,00 met fiscaal partner) geldt een drempel van 1,65 procent van dat inkomen.

Bij een inkomen boven € 50.035,00 geldt een drempel van € 825,00 en 5,75 procent van het inkomen boven € 50.035,00.

Financieel kwetsbare ouderen mogen hun zorgkosten soms verdubbelen

Onder bepaalde voorwaarden is het mogelijk de aftrekbare zorgkosten te verhogen met 113 procent! U mag dus meer zorgkosten opgeven dan u daadwerkelijk betaalde. Hierboven gaven we al de verschillende drempelinkomens aan.

Als u op 1 januari 2024 de AOW-gerechtigde leeftijd heeft bereikt en uw (gezamenlijke) drempelinkomen is maximaal € 40.021,00, mag u de aftrekbare zorgkosten verhogen met 113 procent. Uitgezonderd zijn de kosten voor genees- en heelkundige hulp en reiskosten voor ziekenbezoek. Alle overige specifieke zorgkosten mogen met 113 procent worden verhoogd. Dat betekent dat u 2,13 keer het betaalde bedrag van deze zorgkosten mag aftrekken. Daarmee bereikt u sneller het drempelbedrag en kunt meer zorgkosten aftrekken.

Verdere mogelijke aftrekposten

Ouderenkorting

AOW-gerechtigden met een verzamelinkomen tot € 44.771,00 hebben recht op een ouderenkorting van € 2.010,00.

Indien u een verzamelinkomen heeft tussen € 44.771,00 en € 58.170,00 vindt afbouw van de ouderen plaats met 15 procent van het bedrag boven € 44.771,00.

Indien u een verzamelinkomen heeft van € 58.170,00 vervalt de ouderenkorting.

De loonheffingstabellen houden geen rekening met deze korting. De Belastingdienst is niet op de hoogte van eventuele aanvullende inkomsten naar uw AOW-uitkering. Indien er, naast de AOW-uitkering, geen extra inkomsten zijn, is er teveel loonheffing ingehouden. Dit bedrag kunt u na afloop van het jaar via uw aangifte inkomstenbelasting terugvorderen.

Veel AOW’ers werken door en vaak vanuit vanuit huis. Sommige kosten zijn aftrekbaar:
telefoon- en internetkosten (indien niet vergoed door de werkgever);
kosten ergonomisch toetsenbord of bureaustoel (bij medische noodzaak);
werkruimte die voldoet aan de condities van een zelfstandig kantoor.
Verduurzaming van de woning:
warmtepomp of zonneboiler (meestal in combinatie met subsidies);
btw-teruggave zonnepanelen;
isolatie van dak, vloer of muren.
Giften aan goede doelen (mits ze beschikken over een ANBI-status), indien ze boven een bepaalde drempel komen.
Vrijwilligersvergoeding: de maximale onbelaste vrijwilligersvergoeding in 2024 is € 5,50 per uur (voor personen boven 21 jaar) € 210,00 per maand en € 2.100,00 per jaar.
Hypotheekrente: u heeft recht op een hypotheekrenteaftrek bij een annuïteiten- of een lineaire hypotheek die u in 30 jaar aflost. Indien u al hypotheekrenteaftrek op uw huidige woning heeft en u verhuist, dan behoudt u de hypotheekrenteaftrek. Voor 2024 is de maximale hypotheekrenteaftrek 36,97 procent.

Let op:

Sommige aftrekposten kunt u toekennen aan uzelf of aan uw fiscaal partner. Daardoor kan mogelijk belasting bespaard worden. Posten die daarvoor in aanmerking komen, zijn: hypotheekrente, giften, zorgkosten en partneralimentatie. Van belang is dat u daarbij goed controleert of eventuele toeslagen dan niet komen te vervallen.

Op welk inkomen is het zinvol loonheffing toe te passen?

Een ander belangrijke overweging is: hoe is een ander geregeld aangaande de loonheffing? Loonheffing kunt u slechts één maal toepassen, ook als u meerdere inkomens heeft. Indien u loonheffing laat toepassen bij uw pensioen of loon, betaalt u loonheffing over uw AOW-uitkering en is uw netto-uitkering iets lager, omdat er hier geen loonheffing werd toegepast.

Eigenlijk maakt het weinig uit. Uiteindelijk dient u toch over uw gehele inkomen belasting te betalen. Ook AOW’ers betalen belasting die bij hun inkomen hoort. De loonheffingskorting wordt standaard bij de AOW-uitkering toegepast. Die is dan € 0,00. Van een eventueel aanvullend pensioen of bij een extra inkomen wordt op iedere euro loonheffing ingehouden. Daar wordt de korting dan niet toegepast.

Bijvoorbeeld:

Bij een AOW-uitkering van € 11.000,– en een aanvullend (pensioen)inkomen van € 19.000,–, bedraagt uw totale inkomen € 30.000,–. Dat betekent dat u € 2.800,– aan premie volksverzekeringen en belasting moet betalen.

Indien u de loonheffingskorting via de AOW-uitkering laat toepassen, wordt € 3.643,– ingehouden. U krijgt dan € 843,– terug.
Indien u de loonheffingskorting via uw pensioen laat toepassen, wordt € 2.543,– ingehouden. Dat betekent maandelijks een hoger inkomen. Máár, achteraf ontvangt u een aanslag van € 257,–.

Conclusie: in totaal moet u altijd € 2.800,– over dit inkomen betalen, ongeacht waar de loonheffingskorting wordt toegepast. We meldden het hierboven al. In de ene situatie heeft u maandelijks een geringer inkomen, maar ontvangt u later geld terug. In de andere situatie heeft u maandelijks een hoger inkomen, maar dient u achteraf alsnog te betalen! (Bron: ANBO-PCOB)

Sparen en beleggen in box 3

Sinds jaren houdt dit onderwerp de gemoederen al bezig. Ook de Hoge Raad sprak zich al eerder uit over de rechtmatigheid van de wijze van berekening van de vermogensbelasting door de fiscus. Omdat er nog steeds geen duidelijkheid is, bestaat er op dit moment een overgangsregeling. Aan de ene kant wil de overheid de bestaande berekeningsmethode met fictieve rendementen in box 3 handhaven, aan de andere kant is er een (voorlopig) alternatief voor een berekening op basis van daadwerkelijke (en dus niet fictieve) rendementen. Dit conform de voorschriften van de Hoge Raad. De keuze is in principe aan de belastingplichtigen. Het digitale aangifteformulier hanteert de belasting in box 3 op het fictieve rendement, zoals dat door de overheid vastgesteld is. In de zomer van 2025 is er een formulier beschikbaar, waarmee de belastingplichtige desgewenst het werkelijke rendement op het spaargeld en beleggingen in box 3 kan opgeven. Mocht dat een lagere belastingdruk betekenen, dan volgt er recht op een teruggave. Voor het belastingjaar 2024 betekent het dat de fiscus zich baseert op de werkelijke verdeling van uw vermogen over twee categorieën, zijnde ‘sparen’ en ‘beleggingen en andere bezittingen’. Hier wordt uitgegaan van een verondersteld rendement.

Belastingtarief box 3 verhoogd

Dit belastingtarief is voor 2024 verhoogd naar 36 procent. Het heffingsvrije vermogen onderging geen wijziging en bedraagt € 57.000,00 per persoon en € 114.000,00 voor fiscale partners.

Vermogensrendementsheffing

Over het jaar 2024 kunt u kiezen of u belasting betaalt over uw werkelijke rendement of voor de belasting over het rendement dat de Belastingdienst bepaalt. Na uw aangifte ontvangt u daartoe een speciaal formulier.

Belastingregels aangaande partneralimentatie

Betaalt u partneralimentatie en andere onderhoudsverplichtingen? Deze kunt u aftrekken van het inkomen in box 1. De regeling moet wel door beide partijen zijn vastgelegd. Dat kan via de formele of informele weg zijn.

Heeft u een inkomen boven € 75.518,00, dan is de partneralimentatie aftrekbaar tegen maximaal 36,97 procent. Er zijn situaties waarin een afkoopsom van alimentatie aan een ex-echtgenoot aftrekbaar is.

Ontvangt u partneralimentatie, dan kunt u de gemaakte kosten ter verkrijgen van een alimentatie of afkoopsom wél aftrekken (advocaat, incassokosten, kosten telefonie, reiskosten enz.). Ontvangen alimentatie kan overigens wel invloed hebben op eventuele toeslagen.

Belastingregels aangaande goede doelen

Laten we beginnen met gewone giften. Voldoet uw gift aan de voorwaarden van een gewone gift, dan is het bedrag van die gift aftrekbaar. Er geldt wel maximum voor gewone giften. Het drempelbedrag is 1 procent van uw drempelinkomen met een minimum van € 60,00. Wat u meer gaf dan € 60,00 mag u aftrekken. Het drempelinkomen is het totaal van uw inkomsten en aftrekposten in box 1, 2 en 3, echter zonder uw persoonsgebonden aftrek. U mag maximaal 10 procent van uw drempelinkomen aftrekken. De giften van u en uw fiscale partner kunt u bij elkaar optellen.

Nu naar de periodieke giften. Indien u aan de voorwaarden daartoe voldoet, mag u het hele bedrag van de gift aftrekken. Voor periodieke giften geldt geen drempel, maar wel een maximum van € 1.500.000,00 (in 2024 is dat € 250.000,00 per jaar). Indien u vóór 4 oktober 2022 om 16.00 uur een periodieke gift deed, kunt u die tot 2027 nog helemaal aftrekken in uw belastingaangifte. Een gift is overigens uitsluitend aftrekbaar als de instelling een algemeen nut beogende instelling (ANBI) is. Een gift aan een culturele ANBI mag met 25 procent verhoogd worden. Hiervoor geldt een maximum van € 1.250,00. U heeft altijd een schriftelijk bewijs van de gift nodig. (Deze materie is ingewikkeld. AOW.nu adviseert u een deskundige in te schakelen als u een grote(re) gift overweegt.)

Tips van de belastingdienst

Maak een proefaangifte door in te loggen op ‘Mijn Belastingdienst’. U vult uw gegevens in, controleert het resultaat en pas dán ondertekent en verzendt u.
Let op de zorgkosten. Heeft u een speciaal dieet, een fysiotherapeutische behandeling of medicijngebruik? Of reiskosten naar arts of ziekenhuis? Mogelijk zijn de kosten aftrekbaar.
U kunt belastingaangifte doen over de afgelopen vijf jaar. Had u gedurende die vijf jaar ook al een AOW-uitkering en een aanvullend (pensioen)inkomen? Het kan zijn dat u teveel inkomstenbelasting betaalde. Zo ja, dan wordt dat bedrag gerestitueerd.

Telefoonnummers van de belastingdienst

De website van de belastingdienst vermeldt elf telefoonnummers waarvan de belastingdienst gebruik maakt bij het benaderen van personen. Deze telefoonnummers beginnen met 055 – 54347, gevolgd door een combinatie van twee cijfers (van 00 tot 10, dus 00, 01 enz.). De belastingdienst noemt nooit bedragen en vraagt niet naar inlogcodes, bankgegevens en/of DigiD. Indien u gebeld wordt door een ander telefoonnummer, geeft u dan a.u.b. geen informatie, noteert u het telefoonnummer en belt u de belastingdienst. Het gratis telefoonnummer van de belastingdienst is 0800-0543. Vanzelfsprekend kunt u ook een mail sturen.

Probeer het maximale uit uw belastingaangifte te halen

Bewaar daarom alle bonnetjes en facturen. U heeft ze nodig als bewijs. Online zijn er diverse websites en programma’s met waardevolle tips. Indien u belastingaangifte doen niet eenvoudig vindt, schakel dan een deskundige in. En: doe op tijd aangifte!

Foutje in uw belastingopgave gemaakt?

Geen probleem! U kunt inloggen op Mijn Belastingdienst op ‘Inkomstenbelasting’ en gaat dan naar het ‘belastingjaar’, herstelt het foutje of vult de ontbrekende gegevens aan. Dat kan tot vijf jaar na dato. Dat geldt niet voor de verdeling van de gemeenschappelijke inkomsten en aftrekposten tussen u en uw fiscale partner. Die data kunt u alleen nog aanpassen binnen zes weken ná de datum van de definitieve aanslag. Daarna vervalt die mogelijkheid.

Wanneer ontvangt u uw eventuele belastingteruggave?

Meestal verloopt de procedure als volgt: nadat u aangifte heeft gedaan, ontvangt u een definitieve aanslag. Soms ontvangt u eerst een voorlopige aanslag en later de definitieve. Meestal zijn de voorlopige en de definitieve aanslag gelijk. Normaliter ontvangt u een week na de aanslagdatum het bedrag op uw rekening. Ook kan het voor komen dat uw belastingteruggave wordt verrekend met een nog openstaand bedrag. Indien u moet betalen, geldt een wettelijke betalingstermijn van zes weken.

Meer over populaire AOW-onderwerpen: