Waarom zijn niet alle AOW-uitkeringen gelijk?
Bij het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd verandert er financieel het een en ander. In Nederland heeft men recht op AOW indien men in Nederland woonde of werkte gedurende een periode van 50 jaar, voorafgaand aan de AOW-leeftijd. Woonde of werkte men gedurende die gehele periode in Nederland, dan ontvangt men een volledige AOW-uitkering. Indien er een periode geen premieafdracht plaatsvond, wordt de AOW-uitkering naar verhouding aangepast met een korting van 2% per jaar.
Dat lijkt simpel, maar dat is het zeker niet! Door de verhoging van de AOW-gerechtigde leeftijd kon men soms tijdelijk in de financiële problemen komen. Van de overheid wordt een helpende hand verwacht. Bovendien ontvangt niet iedereen eenzelfde AOW-uitkering. De leefvorm en het voeren van een gezamenlijke huishouding bijv., bepalen grotendeels de hoogte van de AOW-uitkering.
Klik snel door naar:
- Fiscus en ouderenkorting
- Wanneer is er sprake van een gezamenlijke huishouding?
- Verschillende leefvormen
- AOW en Nabestaandenuitkering (ANW)
- Partnerpensioen
- Immigratie en emigratie;
- Vrijwillige verzekering AOW en Anw
De bekendste leeftijdsafhankelijke kortingen die de fiscus biedt, zijn de zogenaamde ouderenkorting en de alleenstaande ouderenkorting. U komt daarvoor in aanmerking wanneer u uiterlijk 31 december van het kalenderjaar AOW-gerechtigd en belastingplichtig bent.
Tabel ouderenkorting 2025 | |
Verzamelinkomen | Ouderenkorting |
tot € 45.308 | € 2.035 |
vanaf € 45.308 tot € 58.875 | € 2.035 – 15% (verzamelinkomen € 45.308) |
vanaf € 58.875 | € 0 |
Het verzamelinkomen is het totaal van de inkomsten en aftrekposten in box 1, 2 en 3, zonder de verrekenbare verliezen over de voorgaande jaren. U ontvangt deze korting via de AOW-uitkering van de Sociale Verzekeringsbank.
Bent u een alleenstaande oudere met recht op AOW voor ongehuwden? Dan komt u ook in aanmerking voor de ouderenkorting. Overigens, vele AOW-gerechtigden komen in aanmerking voor sommige belastingtoeslagen, indien het inkomen beneden het vereiste inkomen is.
U ontvangt de alleenstaande ouderenkorting als u:
- gedurende het gehele of gedeeltelijke kalenderjaar een AOW-uitkering voor een alleenstaande ontvangt of daar recht op heeft;
- gedurende het kalenderjaar geen of slechts een gedeeltelijke AOW-uitkering voor een alleenstaande ontving, omdat u daarvóór niet in Nederland woonde of een erkend gemoedsbezwaarde bent en derhalve geen (volledig) recht op een AOW heeft opgebouwd.
Ontvangt u een AOW-uitkering voor gehuwden, maar woont u niet meer met uw partner samen omdat deze in een verzorgingshuis woont? Ook dan heeft u recht op een alleenstaande ouderenkorting. Mocht de fiscus de ouderenkorting niet automatisch toegepast hebben, dan kunt u de korting alsnog aanvragen. Het daarop volgende jaar wordt de korting dan automatisch toegepast.
Tabel alleenstaande ouderenkorting over de laatste 3 jaren
2025 | € 531 |
2024 | € 524 |
2023 | € 478 |
Wanneer is er sprake van een gezamenlijke huishouding?
De hoogte van uw AOW-uitkering is gekoppeld aan uw leefvorm en het aantal jaren dat u premie betaalde. Als algemene regel geldt: u bent alleenstaand, gehuwd of geregistreerd samenwonend. Alleenstaanden ontvangen 70% van het netto minimumloon, voor gehuwden en geregistreerd samenwonenden is dat 50%. Een belangrijke factor is bovendien het wel of niet voeren van een gezamenlijke huishouding.
Voor de AOW geldt: indien u samenwoont met iemand van 18 jaar of ouder en u beiden draagt bij aan de huishouding, is er sprake van een gezamenlijke huishouding. Dat kan op twee manieren:
- financieel (bijdrage in de vorm van woonkosten, boodschappen en overige kosten);
- zorg voor elkaar (schoonmaken, boodschappen doen, koken, administratie verzorgen, verzorging bij ziekte).
Deze twee manieren moeten zich met regelmaat voordoen.
In sommige situaties is altijd sprake van een gezamenlijke huishouding (als twee personen in één huis wonen) en:
- indien u met elkaar gehuwd was;
- eerder met elkaar samenwoonde;
- samen een kind heeft (dat kan een eigen kind of een erkend kind zijn);
- een door de notaris opgesteld samenlevingscontract heeft;
- voor een andere regeling of wet reeds een gezamenlijke huishouding voert.
Als AOW’er verkiest u misschien alleen te wonen? Misschien kiest u ook voor samenwonen of gehuwd zijn? Misschien kiest u voor samenwonen met (één van) uw kinderen? Misschien denkt u aan samenwonen met meerdere personen? Misschien verhuurt u woonruimte? En hoe verhoudt zich dat tot de hoogte van uw AOW-uitkering of een eventueel nabestaandenpensioen?
Er zijn vele opties met net zo veel financiële consequenties. AOW.nu heeft zich in de meest voorkomende opties verdiept en informeert u daar graag verder over.
De hoogte van uw AOW-uitkering is afhankelijk van uw woonsituatie en bedraagt óf 50% óf 70% van het netto minimumloon. Een gehuwd of geregistreerd samenwonend stel ontvangt 50% per persoon. Een alleenstaande ontvangt 70%. Voor deze laatste categorie is het leven in verhouding ook duurder, zo is de visie van de overheid.
- Ongehuwd en geen geregistreerd partner
U woont alleen? Dan ontvangt u het ongehuwdenpensioen, zijnde 70% van het netto minimumloon.
- Gehuwd of geregistreerd samenwonend
In deze situatie (gedeelde huishouding) ontvangt u beiden het gehuwdenpensioen, zijnde 50% van het minimumloon. Dat heeft dus ook gevolgen voor de hoogte van uw beider vakantiegeld!
- Gehuwd of geregistreerd samenwonend met jongere partner zonder inkomen
Uw partner heeft geen inkomen en ook nog geen AOW? U ontvangt dan een gehuwdenpensioen, zijnde 50% van het netto minimumloon. Dat zou kunnen betekenen dat het gezinsinkomen onder het sociaal minimum komt. Verifieer dan of u in aanmerking komt voor de aanvullende inkomensverzekering ouderen (AIO). Op dat moment dat u daarvan gebruik maakt, is er een sollicitatieplicht voor uw partner.
- Gehuwd, geregistreerd samenwonend, maar apart levend
U en uw partner blijven om moverende redenen ieder op een eigen adres wonen. Dan ontvangt u beiden een gehuwdenpensioen, zijnde 50% van het netto minimumloon.
- LAT-relatie
U ontvangt dan een ongehuwdenpensioen, zijnde 70% van het netto minimumloon. Als u echter meer dan de helft van de tijd gezamenlijk doorbrengt, en dat kan ook op beider adressen zijn, voert u een gezamenlijke huishouding. Dat betekent dat uw ongehuwdenpensioen wordt omgezet naar een gehuwdenpensioen, zijnde 50% van het netto minimumloon.
- Gehuwd, geregistreerd samenwonend en (aantoonbaar) duurzaam gescheiden levend
In deze situatie ontvangt u beiden een ongehuwdenpensioen, zijnde 70% van het netto minimumloon.
Wanneer leeft u duurzaam gescheiden?
Deze omschrijving is relevant wanneer:
- een van u beiden het samenwonen niet meer wenst;
- u leeft als een ongehuwde persoon;
- de situatie niet zal veranderen;
- u of u partner een scheiding heeft aangevraagd bij de rechtbank.
De Sociale Verzekeringsbank bekijkt vervolgens uw situatie en beziet:
- is het samenwonen in één huis gestopt en is dit permanent;
- is er nog onderling contact (in welke frequentie en met welk doel);
- zijn de financiën gescheiden;
- worden er nog gezamenlijke activiteiten ondernomen;
- wordt er nog voor elkaar gezorgd.
N.B. Indien er nog noodzákelijke zorg wordt verleend omdat één van beiden die nodig heeft, dan geldt het criterium, voor elkaar zorgen, niet.
- Echtgeno(o)t(e) of geregistreerd partner overlijdt
De AOW van de overledene stopt op de dag na het overlijden. Dat geldt ook voor de inkomensondersteuning AOW en het vakantiegeld.
U ontvangt een overlijdensuitkering van uw overleden partner. Dit is eenmalig het bedrag van één maand ouderdomspensioen (zonder de toeslag) van de overledene. Vervolgens ontvangt u een AOW-uitkering voor alleenstaanden, zijn 70% van het minimumloon.
- Samenwonen met een eigen kind
U woont samen met uw meerderjarige kind? Twee ongehuwde AOW’ers met eigen kind ontvangen twee maal 70 procent van het minimumloon. Twee gehuwde AOW’ers met eigen kind ontvangen twee maal 50 procent van het minimumloon.
- Samenwonen met een eigen kind en zijn of haar partner
Uw AOW-uitkering bedraagt 70 % van het minimumloon.
- Gehuwd en samenwonen met twee of meer personen
Bent u gehuwd met één van hen, of is één van hen uw geregistreerd partner? Dan ontvangt u het gehuwdenpensioen, zijnde 50% van het netto minimumloon.
- Niet gehuwd en geen geregistreerd partnerschap en samenwonen met vader of moeder
In deze situatie ontvangt u een ongehuwdenpensioen, zijnde 70% van het netto minimumloon.
- Niet gehuwd of geen geregistreerd partnerschap en samenwonen met twee of meer personen
Verschillende situaties dienen zich dan aan:
- zijn twee van de drie personen gehuwd of wonen geregistreerd samen, dan ontvangen deze een gehuwdenpensioen, zijnde 50% van het netto minimumloon. De derde persoon ontvangt een ongehuwdenpensioen, zijnde 70% van het minimumloon;
- u voert met twee of meer personen van 18 jaar of ouder een gezamenlijke huishouding. U ontvangt een ongehuwdenpensioen, zijnde 70% van het netto minimumloon;
- er is geen sprake van een gezamenlijke huishouding. U ontvangt een ongehuwdenpensioen, zijnde 70% van het netto minimumloon;
- indien één van hen vertrekt of overlijdt, heeft u grote kans dat de Sociale Verzekeringsbank u gaat zien als samenwonend. Daarmee wordt uw ongehuwdenpensioen verlaagd naar een gehuwdenpensioen, zijnde 50% van het netto minimumloon. Indien u zich daarin niet kunt vinden, is het zaak zo snel mogelijk contact op te nemen met een advocaat of jurist.
- Niet gehuwd of geen geregistreerd partnerschap en wonen met kind of kleinkind
- U woont als AOW’er met uw eigen kind en kleinkind samen? De leeftijd van het kleinkind bepaalt dan de hoogte van de AOW.
- Bij een minderjarig kleinkind, ontvangt u als AOW’er 70%van het minimumloon voor een alleenstaande.
- Zodra uw kleinkind meerderjarig is, daalt uw AOW-uitkering naar 50% van het minimumloon voor een alleenstaande.
- Verhuur van woonruimte of een kostganger
U heeft de huurovereenkomst schriftelijk vastgelegd en ontvangt een overeengekomen huurprijs. Die moet wel geloofwaardig zijn. De betaling van de huur en het kostgeld dienen per bank (en dus niet contant) te gebeuren. Daarmee voorkomt u problemen met de Sociale Verzekeringsbank. Ook moeten jaarlijks kostgeld en huur verhoogd worden. Dat is belangrijk. Als u dat niet doet, loopt u het risico dat de Sociale Verzekeringsbank het standpunt inneemt dat er sprake is van een gezamenlijke huishouding. Als u zich aan de voorwaarden houdt, verandert de hoogte van uw AOW-uitkering, zijnde 70% van het netto minimumloon, niet.
- Verzorgingshuis
Er zijn twee opties:
- het gehuwdenpensioen wordt verhoogd naar het ongehuwdenpensioen, zijnde 70% van het netto minimumloon;
- het gehuwdenpensioen van twee maal 50% van het netto minimumloon blijft gehandhaafd.
De keuze lijkt eenvoudig. Bij optie 1 komt er maandelijks meer geld binnen. Echter, een hoger inkomen betekent ook een hogere eigen bijdrage voor de zorginstelling. Die eigen bijdrage is gerelateerd aan het gezamenlijke inkomen én vermogen. Bovendien dient de thuiswonende partner voldoende financiële middelen over te houden om van te kunnen leven. Zo’n eigen bijdrage kan overigens oplopen tot ruim € 3.000,00 per maand. Het is dus van groot belang te berekenen of optie 2 geen financieel gunstigere is, ook als u zich al in deze situatie bevindt. U kunt optie 1 laten veranderen naar optie 2. Indien u de AOW-uitkering wenst te wijzigen naar een AOW-uitkering voor ongehuwden, kunt u dat tot maximaal één jaar terug veranderen bij de Sociale Verzekeringsbank.
Het is ook belangrijk na te gaan of uw belasting kan wijzigen. Te denken valt daarbij aan huurtoeslag en/of zorgtoeslag.
Indien u naast uw AOW-uitkering een aanvullend pensioen van een pensioenfonds of een verzekeraar ontvangt, kán de maandelijkse uitkering dalen of stijgen.
En, mocht u er niet uit komen: meestal kunt u dan terecht bij de gemeente. Indien voorhanden, helpt een cliëntondersteuner (gratis) u graag. Natuurlijk kunt u ook een financieel adviseur inschakelen. Daaraan zijn echter kosten verbonden.
AOW en Nabestaandenuitkering (Anw)
De nabestaandenuitkering is een basisinkomen van de overheid voor iemand van wie de partner of ex-partner is overleden. Iedereen die aan de voorwaarden voldoet en de AOW-leeftijd nog niet heeft bereikt, ontvangt een nabestaandenuitkering.
De nabestaandenuitkering vervalt wanneer:
- u de AOW-gerechtigde leeftijd bereikt;
- u hertrouwt, gaat samenwonen of een geregistreerd partnerschap aangaat. Besluit u binnen zes maanden om toch weer alleen te gaan wonen? Dan kunt u opnieuw een nabestaandenuitkering aanvragen;
- u niet langer minstens 45 procent arbeidsongeschikt bent;
- u langer dan één maand in een gevangenis of een huis van bewaring verblijft. Zodra u deze verlaat, kunt u de nabestaandenuitkering weer aanvragen;
- uw jongste kind de leeftijd van 18 jaar bereikt, het huis verlaat of deel gaat uitmaken van een andere huishouding;
- u in het buitenland gaat wonen. Het is afhankelijk van het nieuwe woonland of uw nabestaandenuitkering wel of niet stopt;
- u overlijdt. Uw thuiswonende kinderen of verzorger ontvangen dan een overlijdensuitkering.
Er zijn uitzonderingen. Er zijn situaties wanneer u met iemand anders een huis bewoont en toch (een deel van) uw nabestaandenuitkering behoudt. Dat geldt wanneer u:
- een ruimte huurt of verhuurt van die persoon;
- woont met uw kind;
- woont met een kleinkind dat jonger is dan 18 jaar;
- gaat samenwonen om iemand te verzorgen of omdat u zélf hulp nodig heeft.
N.B. Uw kind kan kostendeler zijn. Dan wordt uw nabestaandenuitkering 50% van het minimumloon.
Partnerpensioen
Sinds 1 januari 2015 is de partnertoeslag vervallen. Dat betekent dat u geen AOW-toeslag ontvangt voor uw jongere partner, ook niet als deze geen of weinig inkomen heeft. Indien u al een toeslag ontvangt, behoudt u deze zolang uw partner niet te veel verdient. Zodra de partner echter zelf AOW ontvangt, stopt de toeslag. Deze stopt ook zodra het inkomen van de partner een bepaalde grens bereikt. Nieuwe toeslagen kunnen niet meer aangevraagd worden. Er is wel een uitzondering voor incidenteel inkomen. De website van de Sociale Verzekeringsbank vermeldt wat de inkomsten van uw partner mogen zijn.
Nieuwkomers die in Nederland komen wonen of werken, betalen vanaf dat moment mee aan de AOW. Bij het bereiken van hun pensioengerechtigde leeftijd hebben ze derhalve slechts vanaf het moment van hun komst AOW-premie betaald. Dat betekent dat ze een AOW-uitkering naar rato (dus een lagere) ontvangen, zijnde 2% minder voor elk jaar waarin geen AOW opgebouwd werd. De ontbrekende AOW-verzekeringsjaren zijn echter vrijwillig in te kopen (zie daarvoor de website van de Sociale Verzekeringsbank met de relevante condities).
Wanneer u in het buitenland woont en in Nederland werkt en belasting betaalt, heeft dat geen gevolgen voor de hoogte van uw AOW-uitkering. Wanneer u echter voor uw AOW-gerechtigde leeftijd in het buitenland woont en geen premie meer aan Nederland afdraagt, wordt uw AOW met 2% per jaar gekort. Deze korting kunt u voorkomen door een vrijwillige verzekering voor de AOW en de Anw bij de Sociale Verzekeringsbank af te sluiten.
Woont u in Nederland en heeft u geen of geen volledige AOW? Dan kunt u een aanvulling aanvragen als u weinig of geen inkomsten heeft. Deze aanvulling noemen we de aanvullende inkomensvoorziening ouderen (AIO). Deze ondersteuning kan uw inkomen aanvullen tot het sociaal minimum.
Vrijwillige verzekering AOW en Anw
Deze verzekering voorkomt dat uw AOW later wordt gekort. Bovendien ontvangt uw eventuele partner mogelijk een nabestaandenuitkering indien u overlijdt. Deze verzekering is aan te vragen tot één jaar na vertrek uit Nederland.