Tweede Kamer verdeeld over Europese-richtlijn rondom minimumloon

04-10-2024 vond in de Tweede Kamer een debat plaats over de implementatie van de Europese richtlijn voor een passend minimumloon in Nederland. Mariëtte Patijn van GroenLinks/PvdA uitte kritiek op minister Eddie van Hijum (NSC), en noemde zijn plannen niet ambitieus genoeg. Aan de andere kant betoogden de VVD en SGP dat Europa zich te veel mengt in nationale aangelegenheden.

Nieuwe criteria voor het minimumloon

Minister Eddie van Hijum, verantwoordelijk voor Werkgelegenheid en Sociale Zaken, stelde nieuwe criteria voor het Nederlandse minimumloon voor. Deze criteria zijn bedoeld om te voldoen aan de EU-richtlijn, die als doel heeft dat mensen kunnen rondkomen van het minimumloon. Hoewel de EU richtlijnen opstelt, heeft elke lidstaat de vrijheid om zelf de invulling daarvan te bepalen, zolang het binnen de Europese eisen blijft.

Wat houdt een passend minimumloon in?

De EU heeft als doel dat het minimumloon in elk land voldoende moet zijn om in de basisbehoeften te voorzien, zoals voeding, huisvesting en gezondheidszorg. De EU legt echter geen directe wetgeving op, waardoor de lidstaten zelf verantwoordelijk zijn voor de implementatie van deze richtlijn in hun eigen nationale wetten.

In Nederland betekent dit dat er een extra artikel wordt toegevoegd aan de bestaande wetgeving omtrent het minimumloon en de minimumvakantiebijslag. Dit artikel verplicht dat bij het opnieuw vaststellen van het minimumloon rekening wordt gehouden met extra factoren, zodat dit loon voldoende is om van te leven. Dit is het doel van de EU-richtlijn.

AOW-bedragen gekoppeld aan Minimumloon

Het minimumloon is netto gekoppeld aan de bruto AOW-bedragen. Dat betekent dat wanneer het minimumloon stijgt, de AOW-uitkering dat ook doet. De stijging is alleen geringer door de fiscale koppeling. Bekijk hier onze voorspellingen voor de AOW-bedragen van 2025.

Minister Van Hijum’s voorstellen

Minister van Hijum gaf aan dat het netto besteedbare inkomen van voltijdwerkers 128% van de kosten voor levensonderhoud moet dekken. Bovendien moet het bruto minimumloon minimaal 50% van het mediane loon bedragen. Het mediane loon is het inkomen waarbij de helft van de bevolking meer verdient en de andere helft minder. In 2021 bedroeg dit mediane inkomen 39.000 euro per jaar.

Discussie over bestaanszekerheid en rol van Europa

Mariëtte Patijn van GroenLinks/PvdA was kritisch op de plannen van de minister en noemde ze “ambitieloos”. Volgens haar draagt de huidige invulling van de criteria niet voldoende bij aan de bestaanszekerheid van Nederlanders. Ze benadrukte dat er grotere stappen nodig zijn om de positie van werknemers te verbeteren.

Samen met de SP pleit ze ervoor dat het minimumloon naar 60% van het mediane loon zou moeten worden verhoogd, in plaats van de voorgestelde 50%. Dit zou volgens haar meer in lijn zijn met de aanbevelingen vanuit de EU. In Nederland zou een verhoging naar 60% neerkomen op ongeveer 16 euro per uur, terwijl het huidige minimumloon 13,68 euro per uur is. Echter, zoals minister van Hijum uitlegde, ging het debat niet specifiek over de verhoging van het minimumloon, maar over de kaders die bepalen of het loon voldoende is voor bestaanszekerheid.

De positie van minister Van Hijum

Minister van Hijum was deels eens met de kritiek van de VVD en SGP. Hij benadrukte dat de eigen verantwoordelijkheid van de lidstaten voorop moet blijven staan, maar dat er ook enige coördinatie op Europees niveau nodig is, zeker met het oog op de arbeidsmobiliteit binnen de EU.

In reactie op de kritiek van Patijn gaf de minister aan dat het kabinet van plan is om stap voor stap hervormingen door te voeren, zoals het vereenvoudigen van toeslagen. Hij stelde dat dit proces uiteindelijk ook het minimumloon zal beïnvloeden, maar dat de huidige wet niet het juiste moment is voor een abrupte verhoging naar 16 euro per uur. Volgens hem zou een dergelijke verhoging negatieve gevolgen hebben voor de werkgelegenheid.

Stemmen over de wet

De Tweede Kamer zal volgende week dinsdag, op 8 oktober, stemmen over het wetsvoorstel. Daarna ligt de bal bij de Eerste Kamer. Met deze opzet zijn er duidelijke koppen toegevoegd om de structuur van het artikel te versterken en overzichtelijker te maken.